Je komt in het circuit op vaste hoogte aanvliegen. Je geeft iets meer gas en ‘trekt’ hoogteroer. Je haalt de hoogteroer knuppel dus naar je toe. Als je bovenin de loop (cirkel) zit minder je het gas, maar verandert niets aan je hoogteroer. Net voor je in de loop onderaan bent, geef je geleidelijk weer gas tot op kruis niveau. Je doet niets met je richtingsroer en corrigeert alleen als dat moet lichtelijk met je rolroeren. Alle stuurbewegingen doe je geleidelijk.
Oefen deze figuur net zo lang tot je er geen fouten meer mee maakt en de loop mooi rond en symmetrisch is. Ga dan pas door met de volgende figuur.
De looping is waarschijnlijk de gemakkelijkste van alle kunstvluchten. Zet een looping in met volgas en trek het model op met ongeveer 3/4 “up” van het hoogteroer. Vliegt het toestel eenmaal op zijn rug, verminder dan het gas tot de helft en geef op dat moment, dat het toestel door de verticale stand vliegt, geleidelijk vol uitslag aan het hoogteroer. Corrigeer, indien nodig, met de ailerons (rolroeren)om de vleugel tijdens de looping vlak te houden. Als de oefening recht in de wind wordt uitgevoerd zal dit in ieder opzicht een welkome hulp zijn.
- De lussen moeten rond zijn en mogen elkaar niet bedekken;
- De vleugel moet horizontaal gehouden worden tijdens de lussen;
- Het model mag tijdens het vliegen van de lussen niet van koers veranderen.
Sommige loopings die we maken zijn zeer klein en andere mooi groot en rond. Dat zijn de mooie. Daar gaan we voor.
Nog een voorbeeld:
Als we de rol en de looping netjes onder de knie hebben kunnen we daar natuurlijk een mooi combinatie van maken.
Goede raad bij het oefenen:
Oefen op de simulator
Altijd met hetzelfde vliegtuig
Neem voldoende hoogte
Weet wat je wilt doen
Overdenk je escape voor als het misgaat
Oefen de oefeningen twee kanten op. Dan ben je niet afhankelijk van de windrichting
Op de diverse simulatoren zit de mogelijkheid om je vordering op te nemen. Kijk deze eens terug.