Beginnen met Modelvliegen

Modelvliegen, wat houdt dat nu in? Het is een heel brede hobby, waarbij je kunt denken aan vliegen met vaste vleugeltoestellen als (motor)zwevers, motorvliegtuigen, jets, quadcopters en helikopters. Eigenlijk kun je het zo gek niet bedenken of het is modelvliegen. Een baksteen met een propeller kan ook vliegen….

Maar…. Veel mensen starten zomaar met vliegen omdat ze de kennis en vaardigheden benodigd om met een model te kunnen vliegen onderschatten. Vaak levert dat (naast kapotte modellen) veel frustratie op! Het is daarom erg aan te bevelen om gebruik te maken van de kennis en vaardigheden van een instructeur bij een vereniging en dus ook daar lid te worden.

Net als autorijden (hoewel veel mensen dat alweer vergeten zijn) leer je ook het vliegen meestal niet door het zelf even te doen! Er zijn weinig mensen die beschikken over de talenten om zonder instructie te kunnen vliegen! Bij modelvliegen is er daarnaast een tweetal extra dimensies dat door veel mensen niet in waarde wordt geschat. In de eerste plaats zit je niet zelf in het toestel en in de tweede plaats is er hoogte!

De VMVC-AeroDynamic is daarom voor de regio Apeldoorn en Nunspeet de juiste keuze om het vliegen te leren. Het is een levendige club met een lesprogramma, voldoende kennis van toestellen en zenders die geschikt zijn om met de mooie hobby van het vliegen te starten. Elke week is er op dinsdag in Apeldoorn clubavond waar altijd mensen zijn, die graag willen uitleggen hoe en wat de beste manier is om de hobby goed en voor een redelijk bedrag te starten.

Dit is dan ook een uitnodiging aan de beginnende of al ietwat ingewijde vlieger om eens op een clubavond te komen.

Wildvliegen en aansprakelijkheid

Een ander punt dat opgemerkt dient te worden is dat verzekeringsmaatschappijen voor een aansprakelijkheidsverzekering als eis kunnen stellen dat er op een speciaal daarvoor aangewezen terrein moet worden gevlogen en/of er toestemming moet zijn van de desbetreffende landeigenaar.
Is dit niet het geval dan bestaat de kans dat je verzekeringsmaatschappij de schade niet dekt, en je zelf dus voor de eventuele kosten mag opdraaien.

Overigens heeft praktisch elke verzekeraar een ‘modelvliegclausule’ ook al staat deze niet standaard in de voorwaarden. Dit voorwaardenblad is meestal bij de verzekeraar op te vragen.

Slow flyer vs ‘normale’ trainer

Mensen die met deze mooie hobby willen starten, hebben een veel grotere keuze in toestellen dan (zeg) 10 jaar geleden. Dat betekent dat ook met het lesvliegen een groter aanbod van toestellen bestaat waar een beginner mee kan lessen.

Vroeger was het normaal dat je begon met een Charter – een volledig zelf te bouwen brandstof trainer – maar tegenwoordig willen mensen ook graag met een ARF Slow flyer (al dan niet van piepschuim) leren vliegen. ARF staat voor ‘Almost Ready to Fly. Maar vergis je niet: soms is voor een ARF toestel vliegklaar is, nog wel wat werk te verrichten.

Of dit aan te raden is, is een beetje afhankelijk van hoe ver je met deze hobby wilt gaan. Als je geen ambities hebt om in de toekomst ook grotere (brandstof of elektro) vliegtuigen te gaan vliegen, dan is het best mogelijk met bijvoorbeeld een Piper Cub Slowflyer te leren vliegen.

Als je later echter ook grotere modellen wilt vliegen dan is het advies gewoon met een normale trainer (met minimale spanwijdte van 150 cm) te beginnen.

Brandstof of elektro?

Hoewel momenteel nog steeds de mogelijkheid bestaat om te kiezen, zie je steeds meer velden waar de eisen door gemeente of provincie dwingen richting elektrovliegen. Het is dan ook niet makkelijk om hierin een advies te geven, maar besef jezelf dat als je een keuze hebt gemaakt, het vaak een dure aangelegenheid wordt om te switchen. Denk er dus goed over na, waarmee je wilt vliegen!

Met elektromodellen vliegen heeft als voordeel dat er héél veel ARF (Almost Ready to Fly) modellen in de handel zijn, waarmee je alleen een ontvanger en accu hoeft te installeren om direct te kunnen vliegen. Meestal zijn dit toestellen van piepschuim (dat onder verschillende namen verkocht wordt: Elapor, EPO, HypoDur zijn drie voorbeelden hiervan). Er is tegenwoordig zelfs een aantal merken dat kant en klare toestellen heeft, met of zonder zender/ontvanger. Diverse merken van Horizon Hobby, Graupner en Multiplex zijn hier zeer gevorderd in.

Kies je voor een elektro kist, dan is het raadzaam om meerdere accu’s en een goede snellader te hebben. Het is voor instappers op dit moment de meest gekozen voortstuwing. Het vermogen is inmiddels praktisch gelijk aan of zelfs sterker dan brandstof motoren. Dit grote vermogen komt onder andere door de nieuwe (kool)borstelloze (brushless) motoren. Bij gelijk gewicht hebben deze 2-4 keer zoveel vermogen als een ‘ouderwetse’ koolborstel (brushed) motor. Elektro is schoon en milieuvriendelijk.

Brandstofmotoren spreekt nog steeds een grote groep vliegers aan, omdat ze het geluid, of de geur of de bewegende delen mooier vinden. De kleinere brandstofmotoren vliegen op methanol met een klein aandeel ‘nitromethaan’. Methanol is een giftige stof. Deze brandstof wordt in blikken bij de beter gesorteerde R/C vliegshops verkocht. Het mag vaak echter niet meer via de post worden verstuurd vanwege de risico’s. Helaas zijn modelbouwzaken waar ze deze brandstof hebben niet dik gezaaid en in de buurt van Nunspeet en Apeldoorn kun je dat helemaal vergeten!

Daar waar je met een elektromotor direct kunt vliegen (accu erin en klaar) moet je een brandstofmotor starten en afstellen. Na vliegen schoonmaken, voor de winteropslag klaarmaken zodat het metaal niet wordt aangevreten door de agressieve brandstof.

Tot 10 à 15cc wordt van deze brandstof gebruik gemaakt maar vanaf 15-20cc wordt vaker gebruik gemaakt van ‘gewone’ benzine. Deze moderne motoren hebben vaak elektronische ontsteking en draaien mooier dan de kleinere motoren.

Het geldaspect is zo, dat in eerste instantie elektrovliegen duurder is, maar je minder vaak nieuwe accu’s hoeft te kopen dan brandstof om te vliegen.

Het is een persoonlijke keuze en niet goed aan te geven wat je moet kiezen. Electro is makkelijk en snel om mee te beginnen, bij grotere vliegtuigen zijn brandstof motoren erg realistisch. Per slot zijn we aan het modelvliegen.

Wat zijn geschikte beginnerstoestellen?

Dit is een van de meest gestelde vragen van beginners. In ieder geval wordt je eerste model een hoogdekker (vleugel op de romp) en het liefst met een spanwijdte van ongeveer 1.5m. Er zijn diverse elektrokisten die zeer geschikt zijn als lestoestel. Voorbeelden hiervan zijn de Multiplex FunCub, E-Flite Timber, Freewing Pandora, FMS Kingfisher. De keuze voor een merk zender speelt zeker een rol bij de keuze voor een van deze vliegtuigen.

Op gebied van brandstof modellen komen de Robbe Charter, Sig Kadet LT40, Graupner Trainer Serie, of Kyosho Calmato (ARF) in aanmerking. Houd er dan wel rekening mee dat deze meestal (meer) bouwactiviteiten met zich meebrengen.

De meeste modellen die met een brandstofmotor kunnen worden uitgerust, kunnen tegenwoordig ook van een (borstelloze) elektromotor en een ESC (Electronic Speed Controller) worden voorzien.

Zelf bouwen of ARF?

Indien je niet kiest voor een piepschuim model (verder foamie genoemd), dan zijn er voor klassieke in houtbouw veel goede en ook redelijk goedkope compleet gebouwde en bespannen trainers te koop, zogenaamde ARF’s (Almost Ready to Fly). Een voordeel is dat je op korte termijn ‘airborne’ bent, een nadeel is dat je niet bekend bent met de constructie van een modelvliegtuig en zodoende ook lastig reparaties op je model kunt uitvoeren.
Het is een illusie om te denken dat je model geen schade zal oplopen en dan is het wel handig als je zelf ook weet hoe je een toestel kunt repareren.
Ook is het zo dat een ARF uiteindelijk goedkoper is dan veel bouwpakketten. Je hoeft (afhankelijk van het merk en type ARF) verder namelijk vaak geen kosten te maken m.b.t. krimpfolie/kwiklinks/brandstoftank/landingsgestel/overige accessoires. Maar zoals gezegd dit is sterk afhankelijk van het merk en type ARF-model. Naast de term ARF komen ook de volgende termen voor:

Welke zender?

Er is bijzonder veel keuze in zenders, zodat het voor een beginner vaak moeilijk is een goede keuze te maken. Advies is in ieder geval om voor de merken te kiezen die bij de vliegclub als meeste gebruikt worden, zodat leraar/leerling constructies makkelijker zijn. Daarnaast kunnen clubleden met hetzelfde merk zender je eventueel verder helpen met de bediening en functies van de zender.

Waar vroeger 35mHz en daarvoor 27mHz veel gebruikte frequenties waren, wordt tegenwoordig bijna exclusief met de 2,4gHz band gevlogen. Dit type van zenders is bijzonder betrouwbaar geworden, zeker als voor de bekendere merken wordt gekozen. 4 kanalen is een absoluut minimum (motor, rolroeren, richtingsroer en hoogteroer) maar het is aan te raden direct voor een 6-kanaals of meer te kiezen. Ook is het raadzaam om voor een computerzender met geheugens voor modellen en instelmogelijkheden te kiezen, zodat je niet moeite moet doen om elke keer een toestel opnieuw te trimmen of over meerdere zenders te beschikken. De moderne computerzenders kunnen 10-250 modelgeheugens bevatten en hebben meerdere instelmogelijkheden. Keuzeaspecten voor een zender zijn het aantal kanalen, de wijze waarop geprogrammeerd kan worden, aantal schakelaars, beschikbaarheid en kosten van ontvangers, geschiktheid voor leraar/leerling bediening etc… Een goed voorbeeld van een computerzender die erg veel kan is de DX6 van het merk Spektrum.

Maar er zijn natuurlijk nog vele andere merken die net zo goed zijn of soms beter. Let er bij de aanschaf op welke ‘mode’ de zender heeft. Er zijn vele ‘modes’ maar de meest bekende zijn 1-4 en daarvan zijn mode 1 en 2 de meest gebruikte. Bij de VMVC-AeroDynamic vliegen we overwegend op mode 1. Dat wil zeggen dat we het gas op de rechter stuurknuppel hebben samen met de ailerons (roeren in de vleugel) en dat we het hoogte roer en richtingsroer op de linker stuurknuppel hebben. Het voordeel dat we allemaal met dezelfde mode vliegen is dat in geval van problemen we elkaar snel kunnen helpen. Een instructeur of ander vlieger kan dan snel jouw zender overnemen.

Oefen op een simulator!

Het is aan te bevelen om een zender te kiezen waar een uitgang voor een vliegsimulator op aanwezig is.

Waar je als beginnend modelvlieger absoluut veel van kunt leren is het gebruik van een simulator. Het grote voordeel hiervan is dat je al vast bekend kan worden met de besturing middels zendersticks, en hoe een model reageert op de ingegeven stuurcommando’s. 
Het kan – en in veel gevallen zal – je zeer zeker enkele crashes kunnen besparen, en is daardoor een van de goedkoopste trainingen.

Er zijn niet zo heel veel opties op de markt (in de betaalbare klasse), maar de volgende kunnen voldoen:

  • Flightsimulator voor Windows: Dongel van Banggood met DVD met RealFlight 6.5;
  • Flightsimulator voor Windows: RealFlight 8 of 9 (met of zonder controler en geschikt voor ‘multiplayer’;
  • Flightsimulator  voor de MAC en Windows: Aerofly;

Kosten (een voorbeeld)

Modelvliegen kun je redelijk laagdrempelig en eenvoudig starten en dus ook met relatief beheersbare kosten. Het advies is om wél direct in een goede zender te investeren alsmede een 2e zender voor instructiedoeleinden én een goed toestel. Onderstaand een drietal voorbeelden van eenvoudige maar kwalitatief zeer goede basisuitrusting met een beginnersvliegtuig en een prima zender met een uitgang welke aan de voorgestelde flightsimulatoren gekoppeld kan worden.

Kies je bijvoorbeeld voor een Jeti-zender, dan ziet het plaatje er weer heel anders uit (Jeti is een zeer luxe –en dure- zender waarvan geen echte budget modellen te koop zijn).

Nb.: Voor leerling/leraar bedrijf is een tweede zender nodig. De bovenstaand genoemde tweede zenders zijn eenvoudige computerzenders. Voor de Spektrum geldt dat deze 6-9 kanalen heeft en hij op een smartphone, laptop of tablet geprogrammeerd kan worden. De zender kan maar één model tegelijk bevatten, maar de smartphone, laptop of tablet dient als geheugen voor (eventuele) andere modellen. Ook kunnen meest gebruikte instellingen m.b.v. de app op de genoemde apparaten worden aangepast. Aangezien de meeste mensen beschikken over een smartphone, is dit wel een heel goedkope methode om in RC besturing in te stappen.

Houdt er rekening mee dat de bovenstaande lijst aan veranderingen onderhavig is, maar op de clubavonden zijn er voldoende mensen met kennis van zaken om je daar doorheen te leiden!

Nog wat andere voorbeelden (Zenders)

Spektrum DXe, DX6 of DX8

FrSky Taranis X7 of FrSkyTaranis X9

Multiplex Cockpit SX 12

Futaba T6K of T12K of T16SZ

Jeti DS-14 of DS-16,

Er is nog een veelvoud aan zenders te koop anders dan bovengenoemd lijstje, maar met bovenstaande merken en types is bij de ARMC de meeste ervaring. Het staat je natuurlijk vrij om voor een ander merk te kiezen, maar de mate waarin kan worden ondersteund bij specialistische instellingen is dan natuurlijk minder.

Nog wat andere voorbeelden (Vliegtuigen)

In zijn algemeenheid zijn de eisen voor een goede trainer:

  1. Driewieler met sturende voorpoot;
  2. Ca. 1,50m spanwijdte;
  3. Bovendekker (Vleugel ligt op de romp);
  4. Brushless motor;
  5. Model geleverd inclusief motor, Esc en servo’s;
  6. Schuimmodel (makkelijk te repareren met -duct-tape en secondenlijm);
  7. Liefst met nylon scharnieren.

Hiervan zijn diverse voorbeelden bij diverse firma’s in diverse prijsklassen. Als je bijvoorbeeld al een Spektrum zender hebt, zijn er toestellen van E-Flite te koop, die in het pakket al een ontvanger (en soms zelfs een accu) hebben. Als je rekent, betaal je dan voor een ontvanger nog maar €20-30. Bij Horizon Hobby (het moedermerk voor beide merken) noemt men dat dan BNF (Bind- N-Fly) bij Multiplex noemt men dit concept RR (Ready to Run) zij het dat daar bij Multiplex geen ontvanger in zit. Smaak en andere voorkeuren spelen natuurlijk ook een rol. Zo zal de ene persoon een (semi-)schaal model interessant vinden terwijl de ander een fantasiemodel juist leuker vindt.

Zoals al meermalen gezegd: kom eens naar een clubavond van de VMVC-Aero-Dynamic en steek je licht op bij de vliegliefhebbers die er zo’n avond zijn!